mirror me
tweede artist in residence op aruba, maart 2009.
workshop planki di lesa en eigen project dibujos di bon dia
en mirror me in SINFA, san nicolas.
een samenwerking tussen 5 nederlandse kunstenaars:
moritz ebinger, jimmy rage, dick tuinder, sebas noort, chantal breukers,
en 7 arubaanse kunstenaars:
glenda heyliger, efrem angela, patrick priest, mo mohammed, osaira muyale, nigel matthew en rob ter haar.
de rust van ateliers '89 van elvis waar ik logeerde
en in de weekenden bij glenda en de inspirerende chaos van sinfa
praten
werken
openen
de titel van dick, het rood van moritz, het zwart van jimmy, de bon dia van mij, het bloot van sebas, meer rood van moritz, het kruis van glenda, and jimmy again.
Notas di Aruba
Aankomst in San Nicolas. Dick, Jimmy en ik zijn op weg naar Sinfa, Sint Nicolaas Foundation for the Arts, waar we samen met Moritz en Sebas zullen verblijven om te werken aan een expositie in samenwerking met Arubaanse kunstenaars. We lopen Glenda, Moritz en Sebas tegen het lijf. Zij bereiden onze komst voor, zijn op weg naar de rumshop voor whisky. Dick, Jimmy en ik besluiten in een bar kippenpootjes en rijst te kopen. Het eerste avondmaal, boven op het balkon bij Sinfa, zoete avondwind met een randje olielucht. Kreupele stoelen worden bijgeschoven, de zak met ijs tegen de grond geslagen om het los te krijgen. We lijken als voor het eerst bij elkaar, tevreden en luidruchtig. Samen eten en drinken, langzaam laat ik mij onderdompelen. Ik ontmoet Patrick, vriend van Glenda. Hij helpt, vult glazen bij en veegt af en toe de tafel schoon, is wat op de achtergrond maar er wel degelijk bij. Later schuift ook broer Marlon aan.
Na het eten loop ik wat door het gebouw. Sinfa is stokoud en bouwvallig maar haar glorie is nog niet vergaan. Het is een prachtig ruim knalrood gebouw, op een hoek aan een drukke straat van San Nicolas. Het dak lekt overal, plafonds komen hier en daar gevaarlijk naar beneden, geen kraan die open dan wel dicht gaat, geen deur die uit zichzelf in zijn hengsels blijft hangen, sommige deurposten hebben wel 6 sloten die het geen van alle doen, op veel plaatsen is het fantastische vloermozaïek kapot. De keuken is wat benauwd, de vloer plakt, de tegels zijn hun kleur-, en het gasstel is haar glans voorgoed verloren. Je vermoedt dat er een zekere orde bedoeld is. Maar omdat deze ongrijpbaar blijft is alles mogelijk. Daar word je soms moe van, zoals dat gaat met vrijheid. Ook de douche is versleten, hier en daar wat vies, vloer kapot, de deur kan niet dicht en het raam heeft geen glas meer. Maar daar staat tegenover dat wanneer je hier al douchend door het raamgat naar buiten kijkt, je uitzicht hebt op zee! En Glenda, onvolprezen gastvrouw, heeft bij een hotel voor alle bedden tintelfris beddengoed losgekregen, nieuwe kussens en hagelwitte handdoeken. Waar moet ik slapen? Vijf personen, vier bedden, weliswaar grote, maar toch. Ook dat lost zich als vanzelf op, ik heb me zelden zo vanzelfsprekend ergens thuis gevoeld.
’s Avonds door naar San Nicolas, naar ‘Wintergarden’, dansen. Maakt niet uit met wie. Iedereen danst hier met een superieure swing waar ik als nette Hollandse niet meteen aan toe durf te geven, het ook niet kan, eigenlijk. Zelfs het lijfaanlijf schuifelen van de paartjes heeft vaak de allure van een tango, chic, zelfbewust. Bij mannen zij-is-van-mij, bij vrouwen ik-voeg-mij-maar-weet-beter. San Nicolas, een bordertown omsloten door een lange betonnen muur. Daarachter niemandsland, de olieraffinaderij en dan de zee. Veel lege winkelpanden, afval in hoeken, straathonden daaromheen. Het gonst, klappert, broeit, vooral bordelen en bars en die bars zijn ook weer bordelen. Colombiaanse en Venezolaanse barmeisjes zijn vaak ook prostitué, trots en zelfverzekerd. Ze spreken Spaans, ze zijn anders, zijn buitenlands, zijn illegaal. Maar hebben alles overwonnen, zijn sterk, zelfbewust en zeker geen speelgoed. Althans, dat stralen ze uit. Sommigen van hen studeren erbij, of hebben kinderen, flexibel en multitasking. En er zijn nachtclubs. De enige panden waar de deur niet alleen dicht maar zelfs op slot zit. De barkeeper tevens uitsmijter vaak ook eigenaar drukt met een knop de deur open. De airco staat koud, koel tl-licht doet alles smetteloos lijken. Mannen betalen drankjes aan de vrouwen, een voorschot op wat belooft te komen. Alles volgens protocol, een ritueel, een stoelendans. Vrouwen tonen hun weelderig bezit in purper lycra, zitten hoog op versleten barkrukken, strelen mannenhanden, stellen gerust. Terug naar buiten, afgebladderde lege straten. Plukjes mannen, aangeschoten, op zoek. Ook ik ben aangeschoten, verbaasd en uitgelaten over bijna alles. Op straat en in de bars is het zwoeler en alles meer fysiek aanwezig. Zoete geuren. Kapotte lampen spreiden schaars licht. Vrouwen worden mooier, blijven dansen, in zichzelf gekeerd of uitdagend. Dronkenschap is hier hoorbaarder, hardere muziek, luidere lach, emoties ongeremder. Hier wordt het voelbaar laat, zweven tussen waken en dromen. Sommigen halen hun bed niet meer en vallen ter plekke in slaap. Weer buiten. De vroege ochtend voelt fris en vreemd, koele wind brengt de geur van zee, olie en stof.
Langzaam, na een paar dagen, begint ieder van ons zich af te vragen waarom we hier zijn. In San Nicolas, bij Sinfa. En ik midweeks bij Elvis, bij Ateliers 89 in Oranjestad. Ik ben blij met de plek bij Elvis, het is er rustig en ruim. Als Claire en Gamal er zijn om daar ’s avonds cursussen te geven wordt het er ook gezellig. In de tweede week lijkt het of ik er woon. Sommigen van de sinfa-gangers zijn jaloers op mijn rust. Toch merk ik in het 2de weekend dat ik aansluiting mis. Niet met de mensen want dat contact is er steeds meteen, maar met het werk en de plannen van de anderen. Ik realiseer mij dat ik teveel alleen bezig ben, mijn plan trek, naar De Imeldahof ga om er te werken met de kinderen, mijn Bon Dia krantenproject doe.
Een avond in San Nicolas, live music van Datapanik. Tropische electro-acoustische band, raggae-funk op een slordige hoek van een straat in San Nicolas. Het heeft geregend, overal modder en een tapijt van glinsterende blauwgroene Balashi bierflesjes. De muziek overstemt de modder, dwingt de aanvankelijke regenachtige afwachting genadeloos tot wakker worden. Ik heb het gevoel er middenin te staan, in de muziek, de modder en uitzinnig dansende mensen. Jimmy wordt uitgenodigd mee te zingen. Hij heeft de microfoon nog niet in zijn hand of hij zingt, roept, praat, dicht, smeekt en overtuigt. Ik weet even niet meer of ik moet luisteren of dansen. Om 11 uur moet het stil zijn, Datapanik rolt de kabels op en wij rollen als vanzelf in vervoering de nacht in. Ik vraag me af waar ik kan plassen.
Het weekend van de expositie is als een surrealistische film langs en door me heen gegaan. Van 's morgens bij de vieze oploskoffie tot 's nachts bij de (eigenlijk ook vieze) whisky lijkt het of je op de set van een dali/bunuel film rondloopt. En je moet daar iets maar wat precies is niet duidelijk, niet belangrijk zelfs. Dingen doen omdat het zin heeft bestaat hier niet. Alles in en om Sinfa biedt vooral een oase aan mogelijkheden. Evengoed moest er nog idioot veel gedaan voor die avond 7 uur.
Opening van "MIRROR ME", met dank aan Dick, bedenker van de titel, en Sebas, ontwerper van het affiche.
We hebben door- en met elkaar lopen ploeteren, ruimen, dwalen, dweilen en redderen die dag, soms als kippen zonder kop: waar-is-glenda-nou, wie-heeft-de-autosleutels-gezien, shit-er-moet-nog-ijs-gehaald, verrek-alle-lampen-zijn-hier-stuk.... Tot je opeens ziet hoe het worden gaat, en uiteindelijk, op het zenuwslopende nippertje was daar een glasheldere ruimte met losse en elkaar aanvullende beelden en verhalen.
A multimedia art exhibition with musical performances, drama interventions, artworks, installations, poetry and video presentations. Zoals we het hadden beloofd.
14 maart, de avond van de opening, de avond van het feest. Flesjes Balashi (Arubaans bier) in een teil vol ijs en wil je whisky on the rocks dan graaf je een handvol halfgesmolten ijsgruis uit die teil. Op de lange tafel, gedekt met een bordeauxrood beddenlaken van Glenda, staan schalen kaas, kippenpoten, worstjes, chips en dipsauzen. Het lijkt heel even of naast de kippenboutjes ook het geheim van het leven wordt uitgestald. Samen eten, praten, lachen, kijken naar wat er gemaakt is, de ruim 100 bezoekers erover vertellen, iedereen leek het te willen horen en zien, te willen delen. De drie deuren van Sinfa staan open, ook onbekende nachtvlinders schuiven aan, dansen mee en enkelen kijken zelfs geboeid naar wat er overal hangt en staat. Tot er een voluptueuze diva in zwart-witte mini jurk op vuurrode pumps neervalt in een van de kapotte banken en hartverscheurend begint te zingen. Ik krijg kippenvel, MIRROR ME, the day after.
De volgende dag was zo mogelijk nog gedenkwaardiger, alles kon en mocht even, mission accomplished. De gemoederen schommelden heen en weer tussen daverende ruzies en diepgevoelde liefdesverklaringen. Er leek niets meer tussenin te zitten. Toen we uitgeraasd leken zijn we 's nachts nog even de stad in gegaan. Op zoek naar die andere film, waar je je over verbaast, van geniet, in mee gaat. Nog een keer San Nicolas, ten afscheid. En Glenda wéér verdwenen was (bleek in de auto te liggen slapen, god mag weten waarom), Moritz de bloemen van de nacht nog iets dierbaars in wilde fluisteren, Sebas (22-jarige stagiaire) het meest volwassen van ons allemaal bleek, Jimmy zich, om persoonlijke reden, steeds opnieuw leek te realiseren dat hij nergens naartoe kon, en ik me gewoon goed voelde, alles in liefdevolle verbazing meebelevend. Het verschil zal niet groter zijn, maar is wel zichtbaarder dan in Nederland; de geslaagde man in streepjespak met geforceerde scheiding in het haar tegenover de nutteloze wrakke drinker …their head grew heavy and their sight grew dim… en de hoer wonend in haar weelderige lichaam …she said we are all but prisoners here, of our own device… triomferend op duizelingwekkend hoge naaldhakken, gracieus als een ballerina. De vergelijking van San Nicolas met Hotel California van de Eagles komt van Jimmy. En op zondag gaan sommigen bijna direct van de bar naar de kerk. De bachata gaat moeiteloos over in het gebeier van de kerkklok. 80% van de Arubanen is katholiek, in saecula saeculorum.
Niet erg veel gezegd over de expositie zie ik. Misschien is dan toch alleseromheen stiekem belangrijker, de verbindende reden waarom we hier zijn? Hoe dan ook: Het is Sinfa die bij ons MIRROR ME heeft losgemaakt, Sinfa was de spiegel.
Moritz heeft de hele ronde voorkant van de ruimte in een sprookjesachtige rode gloed gezet, met veel foto's rondom. Jimmy heeft installaties en prachtige, trieste muurwerken gemaakt waar je zijn dolende ziel steeds maar in terug ziet. Sebas heeft een heel mooie strakke serie pornocollages gemaakt (met dank aan San Nicolas). Glenda heeft de hele dag met iets dat op een draaiboek leek rondgelopen en maakt haar werk later af. Er zijn al wel drie prachtige tekenwerken van haar te zien. Ik heb mijn twee series opgehangen, de ‘planki di lesa’ met kinderen van Imeldahof en de ‘notas di Bon Dia’. En warempel, toen we ze bijna vergeten waren, kwamen tegen 4 uur de Arubaanse kunstenaars met dingen onder de arm binnen. Ook dat is goed gekomen, mooi geïntegreerd, mirror me, alweer.
MIRROR ME. Moritz Ebinger, Jimmy Rage, Dick Tuinder, Sebas Noort en ik, samen met de Arubaanse kunstenaars, Glenda Heyliger, Efrem Angela, Patrick Priest, Mo Mohammed, Osaira Muyale, Nigel Matthew en Rob ter Haar. Extra dank aan Jean Bellegarde die de buitenpresentatie van de muziek en de animatiefilm “La Puerta” van Jimmy mogelijk maakte. En zeker ook dank aan Gamal Fouad die de expositie mee opende met een van zijn gedichten.
Toch wil ik het meest van allen Glenda Heyliger bedanken. Voor haar inzet en volharding, bij alle hoogte-, maar zeker ook bij alle dieptepunten. Het zou een groot verlies maar ook een schande zijn als Sinfa -met Glenda als gastvrouw- zou verdwijnen. De uitstraling van Sinfa op de gemeenschap is enorm en haar bindend vermogen van onschatbare waarde.